Tijdperk I |
Aarzelend begin van het
Nederlandse spoorwegnet door particuliere maatschappijen. De Staat
hield zich aanvankelijk afzijdig, pas in 1863 komen er ook door de
overheid aangelegde spoorwegen. Tot 1866 bestaat breedspoor (2000 mm
hart op hart spoorstaaf). I-a: 1839 - 1890
Periode van de kleurrijke maatschappijen, elke maatschappij heeft haar
eigen spoorwegnet. Oprichting Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij
(HIJSM of HSM) in 1837, Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS)
in 1845 en Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) in 1860.
Oprichting van de Maatschappij tot Exploitatie van Staats Spoorwegen
(SS) in 1863 en de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij
(NBDS) in 1869. Alleen stoomtractie. De overheid plaatst
stationsgebouwen in vijf klassen. Doorgaande luchtdrukrem op
reizigersmaterieel.
I-b: 1890 - 1918
Onderlinge concurrentie. Overname NRS door SS. Eerste elektrische
spoorweg.
I-c: 1917 - 1921
HIJSM en SS richten in 1917 de belangengemeenschap "Nederlandsche
Spoorwegen" (NS) op. Overname NCS door SS. NS past seinstelsel van HIJSM
toe, de tractie is op SS-leest geschoeid.
I-d: 1921 - 1925
Einde van de bonte kleuren van de afzonderlijke maatschappijen,
invoering donkergroene kleur en NS-nummerschema. Voorzichtig begin van
de verbrandingsmotortractie en elektrificatie, bouw stalen rijtuigen.
Aanzienlijke vermindering van het aantal stoomdepots. De SS-seinen
worden van links naar rechts geplaatst, onbewaakte overwegen krijgen
andreaskruisen.
Enkele oude spoorwegmaatschappijen in die tijd waren:
- Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij 1837-1938
- Rijnspoorweg (RS) 1838-1845
- Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS) 1845-1890
- Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij (AM) 1845-1898
- Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) 1860-1938
- Spoorweg-Maatschappij Almelo - Salzbergen (AS) 1862-1925
- Nijmeegsche Spoorweg-Maatschappij (NSM) 1863-1923
- Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) 1863-1938
- Noord-Brabant-Duitsche-Spoorweg-Maatschappij (NBDS) 1869-1925
- Nederlandsche Zuidooster Spoorweg-Maatschappij (NZOS) 1872-1892
- Nederlandsch-Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij (NWS) 1872-1926
- Spoorweg-Maatschappij Leiden - Woerden (LW) 1875-1899
- Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij (GOLS)
1881-1920
- Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maaatschappij (KNLS)
1881-1920
- Locaalspoorwegmaatschappij Hollands Noorderkwartier (HN)
1884-1935
- Lokaalspoorwegmaatschappij Ensched - Oldenzaal (EO) 1887-1920
- Groninger Locaalspoorwegmaatschappij (GLS) 1887-1936
- Nederlandsche Zuider-Spoorwegmaatschappij (NZS) 1891-1899
- Spoorwegmaatschappij De Veluwe (SV) 1896-1935
- Utrechtsche Locaalspoorweg-Maatschappij (ULM) 1896-1935
- Haarlem - Zandvoort Spoorweg-Maatschappij (HZSM) 1898-1936
- Noord-Friesche-Locaalspoorweg-Maatschappij (NFLS) 1899-1935
- Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS) 1899-1938
- Zuid-Hollandsche Elektrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM)
1900-1923
- Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij (NBM) 1900-1927
- De Locaal Spoorweg Maatschappij Dinxperlo - Varsseveld (DV)
1901-1935
- Locaalspoorweg-Maatschappij Neede - Hellendoorn (NH) 1904-1935
- Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer - Ommen
(OLDO) 1910-1935
|
Tijdperk II |
Elektrificatie van de
hoofdlijnen in West- en Midden Nederland, sluiting onrendabele lijnen,
opkomst stroomlijnuitvoeringen. II-a: 1925 - 1934
Indienststelling NS-stoomlocomotieven serie 3900, 6100 en 6300.
Elektrificatie van hoofdspoorlijnen en indienststelling Mat '24. Luxe
internationale reizigerstreinen zoals: Etoile du Nord, Rheingold- en
Edelweiss-Express. Remhuisjes vervallen door invoering doorgaande rem
(1934) op goederenmaterieel.
II-b: 1934 - 1939
Opkomende concurrentie van het wegtransport, eerste opheffing van lijnen
en sluiting van stations. Indienststelling van stroomlijntreinstellen.
Invoering groen licht voor het seinbeeld "Voorbijrijden toegestaan",
voorheen was dit wit. Het groen voor "waarschuwing" wordt geel (1934).
Oprichting N.V. Nederlandsche Spoorwegen 01-01-1938.
II-c: 1939 - 1947
Mobilisatie augustus 1939. Geen normale treindienst meer mogelijk.
Aluminiumkleurige daken worden donker geschilderd. Tweede Wereldoorlog.
Na de oorlog aanschaf buitenlandse stoomlocomotieven. Lichtseinstelsel
'46 wordt in gebruik genomen.
|
Tijdperk III |
Modernisering van het
spoorwegbedrijf, elektrificatie van alle hoofdlijnen. Aanschaf
dieselelektrische- en elektrische locomotieven en treinstellen,
vernieuwen dieseltreinstellen, gewijzigde materieelkleuren. Posttreinen
in eigen omloop. Herwaardering klassenindeling. Automatische
treinbeïnvloeding. III-a: 1947 - 1953
De elektrificatie wordt groots aangepakt. Instroom van elektrische-
en dieselelektrische locomotieven en getrokken materieel, veel in
turkooizen kleur. Goederenwagens worden roodbruin. Vervolgserie
stroomlijntreinstellen.
III-b: 1953 - 1958
Nieuw kleurenschema (1953); elektrische locomotieven en rijtuigen blauw,
elektrische treinstellen groen en dieselelektrische treinstellen
lichtblauw (in 1958 rood). Afvoer houten rijtuigen. Instroom eerste
"Hondekop" treinstellen. Introductie TEE 1957. Invoering twee klassen
systeem (1956). Starre dienstregeling op alle lijnen. Einde stoomtractie
(1958). Invoering seinreglement 1954 en daglichtseinen '54.
III-c: 1958 - 1968
NS verlieslijdend. Nieuwe diesel- en elektrische treinstellen
vervangen het vooroorlogse stroomlijnmaterieel. De laatste stalen
couprijtuigen worden buiten dienst gesteld. De klassenborden vervallen
op het binnenlands materieel. Indienststelling motorpost en rijtuigen
voor buurlandverkeer. Nummering materieel volgens UIC (goederenwagens
1965, rijtuigen 1968). Eerste containertreinen. Invoering frontseinen
met drie lichten (1963). Alleen nog (buitenlandse) stoom in de
grensstations, voorzichtig begin met museumstoom. |
|
Fleischmann 82 4472 |
|
Fleischmann 92 4372, 91 4372 en 5154
|
Tijdperk IV |
Introductie NS huisstijl,
modernisering naoorlogs materieel. Indienststelling trek-duwtreinen.
Verdwijnen klassieke beveiliging en handbediende overwegen. IV-a:
1968 - 1978
"Spoorslag 70", nieuwe huisstijl; geel-grijs voor locomotieven, geel
voor personentreinen, geel-blauw voor Intercitytreinen, nieuw logo en
pictogrammen, reclame op de trein. Wederom vernieuwing materieel:
elektrische locomotieven serie 1500, "Sprinter" en prototype "Koploper".
De Benelux met trek-duwtreinen en Belgische meerspanningslocomotieven op
NS net.
Sluiting van vele los- en laadplaatsen. AKI krijgt een wit en twee rode
lichten (1969).
IV-b: 1978 - 1989
Modernisering oudere elektrische locomotieven. Indienststelling
locomotieven serie 1600, "Wadlopers", "ICM" en "Dubbeldekkers". Nieuwe
Benelux trek-duwtreinen, rood-geel. Afvoer oud stroomlijnmaterieel en
rijtuigen uit de jaren vijftig. Getrokken treinen verdwijnen van de niet
geëlektrificeerde lijnen.
Goederenwagens krijgen nieuwe lettercombinaties (1981). Nieuw
rangeerterrein in Kijfhoek. Invoering computergestuurde beveiliging.
Afbraak klassieke beveiliging. |
|
Fleischmann 4472 en 4470 |
|
Fleischmann 4372 en 5156 |
|
Fleischmann 4371, 5750 en 5751
|
Tijdperk V |
V-a: 1989 - 2005
Afvoer oudere dieselelektrische locomotieven. Aanschaf
diesellocomotieven serie 6400 en nieuw (dubbeldeks)reizigersmaterieel
"IRM". Sterke toename van het reizigersverkeer, huur rijtuigen van NMBS
(Belgische spoorwegen). Instroom stoptreinmaterieel '90, locomotieven
serie 1700 en dieseltreinstellen. Afvoer oud dieselelektrisch materieel.
Plannen voor hoge snelheid. Aanschaf HSL-materieel "Thalys". Verdere
sanering goederenvervoer Rail 21 Cargo. Laatste armseinen verdwijnen. De
Nederlandse Spoorwegen kopen rijtuigen in Duitsland; de ICK-rijtuigen.
Op de Nederlandse sporen verschijnen ook nieuwe spoorwegmaatschappijen,
sommige voor een korte periode:
- Afzet Container Transport Systeem (ACTS)
- Conexxion
- Europian Rail Schuttle (ERS) Railways
- NoordNet (NN)
- Railion Nederland (RN)
- Syntus
- Lovers Rail 1996 -1999
- Shortlines (SL) 1998-2004
|
|
Fleischmann 4423 |
|
Fleischmann 4471 |
|
Fleischmann 82 5115 NL en 82 5116 NL |
Tijdperk VI |
Dit tijdperk kenmerkt zich vooral door de verscheidenheid van
vervoerders die naast de traditionale nationale spoorwegmaatschappijen
op het spoorwegnet opereren.
VI: 2005 - Heden
Naast de traditionele spoorwegmaatschappijen rijden er talrijke
particuliere vervoerders met eigen materieel over de bestaande
spoorlijnen in personen en/of goederenverkeer. Het vervoer geschiedt
zowel nationaal als internationaal. Dientengevolge is in 2007 het nieuwe
UIC-nummerschema ingevoerd. Het baknummer bestaat nu uit 12 cijfers. Op
het binnenlandse materieel is dit niet altijd zichtbaar.
Overgang van de bestaande internationale overeenkomsten (RIC, RIV, etc)
naar nieuwe EU-conforme voorschriften (OTIF, TSI). Opheffing van de
gemeenschappelijke exploitatie van goederenwagens (EUROP en OPW).
Nationale hogesnelheidslijnen in het personenverkeer groeien uit tot een
samenhangend internationaal spoorwegnet. Binnen het reizigersverkeer domineren treinstellen en
trek-duw-combinaties, bij het goederenverkeer zien we voornamelijk
bloktreinen. Er vindt een forse inkrimping plaats van het
goederenverkeer met de daarbij behorende afbouw van de goederen- en
rangeerstations. |
|
Twee bijzondere Fleischmann NS
Sprinters. Beide exclusieve en eenmalige series. |
NEM-normeringstabel 818T |
|
|